Publicitad R▼
overhalen
bepraten, bewegen, bewerken, druk uitoefenen, iem. iets in/uit het hoofd praten, inpalmen, meekrijgen, nopen, ompraten, omturnen, omverpraten, overreden, overtuigen, paaien, platpraten, verlokken, winnen
overhalen (v.)
bepraten, flemen, inpraten, lospraten, meelokken, ompraten, omverpraten, overhalen tot, overreden, overreden tot, overtuigen, praten, voor zich winnen
overhalen (v. trans.)
afkijken, calqueren, overtekenen, overtrekken, spieken, uitlezen
Publicidad ▼
Ver también
overhalen (v.)
↘ krachtig, overtuigend, steekhoudend ↗ overtuiging ≠ afpraten, praten
overhalen
Publicidad ▼
overhalen
overhalen (v.)
overhalen (v.)
overhalen (v.)
être agréable à (qqch à qqn) (fr)[Classe]
convaincre (fr)[Classe]
bepraten, bewegen, bewerken, iem. iets in/uit het hoofd praten, meekrijgen, omturnen, omverpraten, overhalen, overtuigen, platpraten - bepraten, flemen, inpraten, lospraten, ompraten, omverpraten, overhalen, overhalen tot, overreden, overreden tot, overtuigen, praten, voor zich winnen[Hyper.]
flemerij, gefleem, geflikflooi, getortel, gevrij, liefdespel, liefdesspel, vrijpartij - coaxkabel - gevlei, vleierij - blarney, coaxing, soft soap, sweet talk (en) - coaxer, wheedler (en)[Dérivé]
overhalen (v. tr.)
Contenido de sensagent
computado en 0,031s