Publicitad R▼
overvloedig (adj.)
Publicidad ▼
Ver también
overvloedig (adv./adj.)
↘ in overvloed hebben, kwistigheid, kwistig uitgeven, onuitputtelijkheid, overbodig, overvloed, overvloedig aanwezig zijn, overvloedigheid, overvloedig zijn, weelde, weelderigheid, wemelen van ↗ kwistig, massaal, royaal, tierig, uitgebreid, welig ≠ pover, schaars, schamel, schraal
Publicidad ▼
overvloedig (adj.)
overvloedig, rijkelijk, rijkelijk voorhanden[Similaire]
overvloedig (adj.)
overvloedig, rijkelijk, rijkelijk voorhanden[Similaire]
overvloedig (adj.)
abondant, copieux (pour un repas) (fr)[DomainJugement]
overvloedig, rijkelijk, rijkelijk voorhanden[Similaire]
overvloedig (adj. et adv.)
in overvloed[Classe]
overvloedig (adj. et adv.)
rijkelijk; overvloedig[ClasseHyper.]
qui contient qqch en abondance: riche en (fav.) (fr)[ClasseHyper.]
récolte (fr)[DomainJugement]
qualificatif favorable d'un sol agricole (fr)[DomainJugement]
substance minérale (fr)[DomainJugement]
overvloedig (adj. et adv.)
qui fait des dépenses excessives (fr)[Classe]
rijkelijk; overvloedig[Classe]
excessif (fr)[ClasseParExt...]
généreux (fr)[Classe]
wasteful (en)[Similaire]
Contenido de sensagent
computado en 0,047s