Publicitad R▼
prefiguratie (n.)
bode, boodschapper, gezant, heraut, omen, voorafschaduwing, voorbode, voorgevoel, voorloper, voorteken
Publicidad ▼
Ver también
prefiguratie (n.)
↘ orakelen, profeteren, voorspellen, voorzeggen, waarzeggen, wichelen
prefiguratie (n.)
annonce (fr)[Classe]
prefiguratie (n.)
présage (signe où on lit l'avenir) (fr)[Classe]
(divination) (en)[termes liés]
augury, foretoken, preindication, sign (en)[Hyper.]
orakelen, profeteren, voorspellen, voorzeggen, waarzeggen, wichelen - kwaad, omineus, onheilspellend, slecht - afschrikwekkend, bedreigend, dreigend, onguur, onheilspellend, sinister, veeg - fateful, foreboding, portentous (en) - prognostisch, voorspellend - portentous, prodigious (en)[Dérivé]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,031s