Publicitad R▼
presenteren
aanbieden, aanreiken, betonen, brengen, indienen, offreren, schenken, vertonen, voorstellen
presenteren (v.)
aanbieden, bieden, brengen, indienen, inleiden, introduceren, lenen, offreren, opdragen, opofferen, vertonen, voorstellen
presenteren (v. trans.)
aanbieden, afsteken, bieden, brengen, doen toekomen, indienen, inleiden, in ontvangst nemen, krijgen, lenen, meekrijgen, offreren, omroepen, onthalen, ontvangen, oreren, speechen, te voorschijn halen, voorstellen
Publicidad ▼
Ver también
presenteren (v. trans.)
↘ eindredacteur, heling, hoorn, omroepen, onthaal, ontvangbewijs, ontvanger, ontvangst, ontvangstbewijs, ontvangtoestel, presentabel, presentatie, presentator, presentatrice, radio-omroeper, radio-omroepster, recepis, receptie, reçu, televisieomroeper, televisieomroepster, toonbaar, voordracht, voorstelling
presenteren (v.)
geven, meegeven[Hyper.]
suggestie, voorstel - offer, offering (en) - offerer, offeror (en)[Dérivé]
presenteren (v.)
presenteren (v. tr.)
presenteren (v. tr.)
presenteren (v. tr.)
presenteren (v. tr.)
presenteren (v. tr.)
recevoir quelqu'un (fr)[Classe]
Publicidad ▼
Wikipedia - ver también
Contenido de sensagent
computado en 0,047s