Definición y significado de rechtvaardigen

confirm, reassert (en)[Hyper.]

justificatie, rechtvaardiging, vergoelijking - reden - justificatie, justifikatie, rechtvaardiging, verantwoording - justificative, justificatory, vindicatory (en) - gerechtvaardigd, te rechtvaardigen[Dérivé]

raisonner (fr)[Classe]

expliquer (fr)[Classe]

alléguer qqch pour se défendre (fr)[Classe]

duiden, expliceren, expliciteren, expliqueren, exponeren, preciseren, toelichten, uiteendoen, uiteenzetten, uitleggen, verdietsen, verduidelijken, verhelderen[Hyper.]

certifier, attester qqch comme témoin (fr)[Classe]

raconter qqch de déjà dit (fr)[Classe]

fournir des informations à qqn sur qqch (fr)[Classe]

Histoire (fr)[termes liés]

informeren, inlichten, kennen, mededelen, meedelen, op de hoogte stellen, verwittigen[Hyper.]

rapport[GenV+comp]

geschiedenis, historie, rapport, story, verhaal, verslag, vertelling - bescheid, explicatie, motivering, uitleg, uitlegging, uitsluitsel, verklaring - beschrijving, omschrijving, verslag - berichtgeving, gerucht, rapportage, verslaggeving - beschrijvend, descriptief[Dérivé]

expliquer (fr)[Classe]

psychanalyse (fr)[DomainRegistre]

behandelen, verdedigen, voorstaan[Hyper.]

justificatie, rechtvaardiging, vergoelijking - rationalisation, rationalization (en) - reden - alibi, disculpatie, excuus, justificatie, spijtbetuiging, verontschuldiging - justificatie, justifikatie, rechtvaardiging, verantwoording - alibi, excuus - alibi, dekmantel, excuus, pretext, schijngrond, schijnreden, smoes, uitvlucht, voorwendsel, zelfrechtvaardiging - apologeet, pleitbezorger, pleitbezorgster, voorstander, voorstandster - verontschuldigend - defensive, justificative, justificatory (en) - gerechtvaardigd, te rechtvaardigen[Dérivé]