Publicitad D▼
regelend (adj.)
regelen
afhandelen, afwerken, afwikkelen, arrangeren, behandelen, beklinken, beredderen, besturen, bijstellen, coördineren, in orde maken, ordenen, organiseren, regulariseren, ritselen, schikken, stellen, uitmikken, vaststellen, versieren
regelen (v.)
afdoen, afhandelen, afwerken, afwikkelen, arrangeren, behandelen, rangschikken, reglementeren, regulariseren, schikken, vereffenen
regelen (v. trans.)
aankunnen, afbetalen, afdoen, afrekenen, arrangeren, behalen, bolwerken, fiksen, halen, inrichten, klaarspelen, klaren, koersen, lappen, managen, opknappen, organiseren, proberen op te lossen, redderen, ritselen, rondkomen, rooien, scharrelen, slagen, slagen in, uitgaan, uitpraten, vereffenen, verrekenen, versieren, verzorgen, voldoen, voor elkaar krijgen, zich behelpen, zich redden
Publicidad ▼
Ver también
regelen (v.)
↘ arrangeur, behandeling, inrichting, organisatie, rangschikking, regelgeving, schikking ↗ beginsel, principe, regel ≠ dereguleren, deregulering
regelen (v. trans.)
↘ computeroperator, operator, oplichter, oplichtster, procesoperator, voortvarend mens, zwendelaar
Publicidad ▼
regelen
regelen
choisir (fr)[Classe]
regelen (n.)
regelen (v.)
regelen (v.)
régler (fr)[Classe]
légiférer (fr)[Classe]
administrer (fr)[Classe]
poser des barrières à l'entrée (d'un marché) (fr)[ClasseParExt.]
beginsel, principe, regel - bepaling, ordonnantie, prescriptie, regelgeving, regeling, reglement, regulering, statuut, voorschrift - regularisatie, regularizatie, regulering - commissaris, gouverneur, landvoogd, landvoogdes, ruwaard, stadhouder - government (en) - regel, reglement, stelregel - regelaar, regelaarster, regulateur - orde[Dérivé]
regelen (v.)
regelen (v. tr.)
regelen (v. tr.)
voler (dérober) habilement (fr)[Classe]
komen, toekomen[Hyper.]
intrige, knoeierij - gladakker, slimmerik[Dérivé]
regelen (v. tr.)
donner de l'argent en contrepartie d'une créance (fr)[Classe]
trouver une solution (fr)[Classe]
(faktureren; factureren)[termes liés]
plooien[Hyper.]
liquidatie, sluiting[Dérivé]
regelen (v. tr.)
se tirer d'embarras (fr)[Classe]
doen, handelen, optreden, tussenkomen[Hyper.]
behelpen[Domaine]
Contenido de sensagent
computado en 0,062s