Definición y significado de rollen

draaien, omgaan, zich omdraaien[Hyper.]

rol - wals - axial motion, axial rotation, roll (en)[Dérivé]

revolve, roll (en)[Domaine]

vervormen[Hyper.]

roll, roll up (en)[Domaine]

produire un son aigu (fr)[Classe]

répéter un bruit (fr)[Classe]

strijken; spelen; bespelen; musiceren; muziek maken[Classe]

faire produire un son à qqch (fr)[Classe]

recommencer (fr)[Classe...]

aanbellen, aanschellen, afgaan, beieren, bellen, bommen, gaan, geluid maken, klepelen, klinken, luiden, schellen, toon voortbrengen, weergalmen[Hyper.]

galm, gerommel, klokgelui[Dérivé]

wentelen; rondwentelen; ronddraaien; rollen; rondtollen; wervelen; snel draaien[Classe]

draaien[Hyper.]

aswenteling, omwenteling, rotatie, slag, toer - draaiing, omlooptijd, omwenteling[Dérivé]

circumvolve, rotate (en)[Domaine]

envelopper (fr)[Classe]

enrouler un fil sur une bobine (fr)[Classe]

rouler une chose sur elle-même (fr)[Classe]

(ring; cirkel; kring), (omgrenzen; omringen; insluiten; omsluiten; omgeven; omlijnen)[termes liés]

bewegen, verhangen, verleggen, verplaatsen, verroeren, verschuiven, verzetten[Hyper.]

friseerijzer, friseertang, haarkruller, haarroller, krulijzer, kruller, krulpen, krulspeld, krultang, ondulatietang, papillot, roller - sleutel - axial motion, axial rotation, roll (en) - winder (en)[Dérivé]

afrollen, afwikkelen, afwinden, loswikkelen, loswinden, ontrollen, openrollen, uitrollen[Ant.]

inpakken, laden, pakken[Hyper.]

bundel, garf, garve, korenschoof, pijlbundel, schoof - bundel, doos, keuzepakket, package, pak, programmapakket, standaardpakket, vakkenpakket[Dérivé]

assembler des choses (fr)[Classe]

tendre quelque chose (fr)[Classe...]

horloge (fr)[termes liés]

mécanisme à ressort (fr)[termes liés]

aandraaien, dichtknopen, spannen, strakker doen worden, verstevigen[Hyper.]

draai, draaibeweging, omwikkeling - pijpsleutel - winder (en)[Dérivé]

draaien, omgaan, zich omdraaien[Domaine]

doorvlechten, doorweven, ineenstrengelen, inrijgen, insnoeren, verstrengelen, verstrengeling - slingeren, verdraaien, vervormen[Hyper.]

wentelen; rondwentelen; ronddraaien; rollen; rondtollen; wervelen; snel draaien[ClasseHyper.]

cirkelen, draaien, omdraaien, omkantelen, omwentelen, om zijn as draaien, rollen, ronddraaien, rondwentelen, roteren, roterend, wentelen[Hyper.]

eddying, gyration, swirling, twirling, whirling (en) - draai, draaibeweging, effect, pirouette, schroef, spin, wervelbeweging, werveling - spinner (en) - whirler (en) - draaiing, omlooptijd, omwenteling - whirler, whirling dervish (en) - draaikolk, kolk, kolkdijk, maalstroom, neer, werveling, wieling[Dérivé]

draaien, omgaan, zich omdraaien[Hyper.]

omgooien[Hyper.]

slinger, zwaai, zwiep, zwier[Dérivé]

brush, sweep (en)[Domaine]

klinken, laten horen, uitklinken[Hyper.]

dreun, gebulder, gedaver, gedonder, gedreun, geknor, gemekker, gerommel, rumble[Dérivé]

bewegen, doorreizen, gaan, koersen, tijgen, voortbewegen[Hyper.]

rolling, wheeling (en) - rad, wiel - axial motion, axial rotation, roll (en)[Dérivé]

change surface (en)[Hyper.]

roll, roll up (en)[Domaine]

afrollen, afwikkelen, afwinden, loswikkelen, ontplooien, ontrollen, openrollen, openspreiden, uitrollen, uitslaan[Ant.]

faire tourner (fr)[Classe...]

imprimer (opérations diverses) (fr)[DomainRegistre]

pâtisser (fr)[DomainRegistre]

afplatten, planeren, platmaken, plat worden, pletten, vlak maken[Hyper.]

boekrol, haarkrul, haarlok, krinkel, kroesziekte, krul, krulziekte, lok, pijpekrul, pijpenkrul, rol[Dérivé]

gagner quelque chose (fr)[Classe]

faire des bénéfices (fr)[Classe]

prendre possession de qqch (fr)[Classe]

percevoir de l'argent (fr)[Classe]

bietsen, dieven, gappen, jatmouzen, kaaien, kapen, klauwen, pikken, ratsen, rausjen, roven, schoepen, snaaien, snezen, snuffelen, stelen, verdienen, weggappen, weghalen, wegkapen[Hyper.]

zak[Dérivé]

horloge (fr)[termes liés]

(torenklok; bel)[termes liés]

sonnette (fr)[termes liés]

klinken, laten horen, uitklinken[Hyper.]

galm, gerommel, klokgelui - klokgelui, telefoontje[Dérivé]

omgooien[Hyper.]

golf - band, frequentieband, golf - roller - undulation (en) - flutter, hartklopping, het fladderen, het klapperen, klop, kloppen, klopping - vaandel, vlag[Dérivé]