Definición y significado de schop

famille de carte (fr)[Classe]

noir (fr)[Caract.]

aigu et/ou pointu (fr)[Caract.]

major suit (en)[membre]

kaart, speelkaart[Hyper.]

envoyer le ballon dans un sport de ballon (fr)[Classe]

foot-ball (fr)[DomaineCollocation]

aandrijven, bewegen, stuwen, voortbewegen[Hyper.]

eindschot, eindsprint, eindspurt, kick, schop, stamp, trap - paard dat trapt[Dérivé]

bewegen, verhangen, verleggen, verplaatsen, verroeren, verschuiven, verzetten[Domaine]

envoyer le ballon dans un sport de ballon (fr)[Classe]

frapper quelqu'un (fr)[Classe]

rugby (fr)[DomaineCollocation]

doortrappen, schoppen, trappen, treden[Hyper.]

eindschot, eindsprint, eindspurt, kick, schop, stamp, trap[Dérivé]

strike out (en)[Hyper.]

eindschot, eindsprint, eindspurt[Dérivé]

frapperen, inslaan, kleunen, raken, slaan, treffen, uithalen[Hyper.]

eindschot, eindsprint, eindspurt, kick, schop, stamp, trap[Dérivé]

slag; knal; klap; geduw; gedrang[Classe]

(voet)[termes liés]

fleer, haal, klap, muilpeer, opflikker, por, slag, treffer[Hyper.]

doortrappen, schoppen, trappen, treden - doortrappen, poeieren, punteren, schieten, schoppen, trappen, treden - een schop geven, een trap geven, schoppen, stampen, trappen[Dérivé]

handgereedschap[Hyper.]

scheppen, steken[Dérivé]

schep; schop[Classe]

outil de jardinage (fr)[ClasseParExt.]

outil pour labourer (fr)[Classe]

ustensile, outil pour remuer (fr)[Classe]

hand shovel (en)[Hyper.]

doorwroeten, omspitten, spitten[Dérivé]

schep; schop[ClasseHyper.]

outil de jardinage (fr)[ClasseParExt.]

ustensile de quincaillerie (fr)[ClasseParExt.]

outil pour ramasser (fr)[ClasseParExt.]

ustensile, outil pour remuer (fr)[Classe]

rame, aviron, pagaie (fr)[DomainDescrip.]

valet, valet de cheminée (fr)[Desc]

bulldozer, grondschuiver, grondverzetmachine, schop, shovel, spa, spade[Hyper.]

opscheppen, putten, scheppen, uitlichten, uitscheppen[Dérivé]

backacting shovel, backhoe, pull shovel (en) - baggermachine, baggermolen, baggerschip, baggerschuit, moddermolen[Desc]