Definición y significado de spons

ustensile pour sécher (fr)[Classe]

substance d'origine animale (fr)[ClasseParExt.]

objet pour essuyer (fr)[ClasseParExt.]

ustensile, outil d'entretien domestique (fr)[ClasseParExt.]

objet pour nettoyer (fr)[Classe]

chose absorbante (fr)[ClasseParExt.]

chose de substance synthétique (fr)[ClasseParExt.]

accessoire de toilette (fr)[ClasseParExt.]

(perforatie), (gat)[Caract.]

(spons)[termes liés]

(gewicht), (balans; waag; weegschaal), (druk)[Caract.]

absorbens[Hyper.]

sponge (en) - afsponzen - sponge (en) - sponge (en) - spongelike, spongy (en)[Dérivé]

spons[ClasseHyper.]

phylum Porifera, Porifera (en)[membre]

genus, geslacht, sekse[Hyper.]

personne cruelle (fr)[Classe]

personne profitant abusivement (fr)[Classe]

personne : manœuvre commerciale frauduleuse (fr)[ClasseParExt.]

exploiteren, munt slaan uit, uitbuiten, voordeel halen uit, zich ten nutte maken, zijn voordeel doen met - vampiriser (fr)[PersonneQui~]

aanhanger, adept, adherent, leerling, volgeling[Hyper.]

afbedelen, afschooien, bietsen, parasiteren, schooien, vegeteren op - bloodsucking, leechlike, parasitic, parasitical (en)[Dérivé]

dronkelap; zuiplap; alcoholica; alcoholicus; alcoholist; alcoholiste; alkoholist; alkoholiste; drinkebroer; dronkeman; zuiper; zuipster; dronkaard; zatlap; zuipschuit; alcoholverslaafde; drankorgel; drankverslaafde; drankzuchtige; kannekijker; kannenkijker; luierbroekje; nathals; natnek; pimpelaar; probleemdrinker; spons; drinkster[ClasseHyper.]

dronkelap; zuiplap; alcoholica; alcoholicus; alcoholist; alcoholiste; alkoholist; alkoholiste; drinkebroer; dronkeman; zuiper; zuipster; dronkaard; zatlap; zuipschuit; alcoholverslaafde; drankorgel; drankverslaafde; drankzuchtige; kannekijker; kannenkijker; luierbroekje; nathals; natnek; pimpelaar; probleemdrinker; spons; drinkster[Classe]

personne malade (fr)[Classe...]

éthylisme (fr)[Dérivé]

éthylique (fr) - alcoolique, alcoolo (fr)[CeQuiEst~]

dronkaard[Hyper.]

beschonken, bezopen, dronken, ladderzat, onder invloed, straalbezopen, zat[CeQuiEst~]

alcoholisme, alkoholisme, dipsomanie, drankzucht - doorhalen, doorzakken, drinken, zuipen - bedrinken, bezatten, bezuipen, doorhalen, doorzakken, dronken worden, pimpelen, tanken, zich bedrinken, zich bezatten, zich bezuipen, zuipen - alcoholisch[Dérivé]

spons[ClasseHyper.]

ongewerveld dier[Hyper.]

phylum Porifera, Porifera (en)[membre]

sponge (en) - sponsachtig, te zacht[Dérivé]

toilet maken, uitwassen, wassen, zich toiletteren, zich wassen[Hyper.]

faire sécher (fr)[Classe]

essuyer (fr)[Classe...]

(inzuiging; opslorping; absorptie; opslurping; opzuiging; opneming), (binnenkrijgen; inzuigen; opnemen; opslorpen; absorberen; opzuigen; opslurpen; nuttigen; verbruiken; consumeren; konsumeren; innemen; gebruiken; tot zich nemen)[termes liés]

liquide (complément) (fr)[DomaineCollocation]

afwrijven, frotteren, inwrijven, scheuken, schobben, schoonwrijven, schurken, vegen, wrijven[Hyper.]

spons[GenV+comp]