Publicitad R▼
strengelen (v. trans.)
doorspoelen, inkapselen, inwalsen, omhullen, omsluieren, omwikkelen, rollen, samenstrengelen, vlechten, wikkelen, winden
Publicidad ▼
Ver también
strengelen (v. trans.)
↗ haarlok, haarstreng, haarvlecht, krul, tres, vlecht ≠ afrollen, afwikkelen, afwinden, loswikkelen, loswinden, ontrollen, openrollen, uitrollen
Publicidad ▼
strengelen (v. tr.)
coiffer les cheveux (fr)[Classe]
mêler (fr)[Classe...]
strengelen (v. tr.)
envelopper (fr)[Classe]
enrouler un fil sur une bobine (fr)[Classe]
rouler une chose sur elle-même (fr)[Classe]
(ring; cirkel; kring), (omgrenzen; omringen; insluiten; omsluiten; omgeven; omlijnen)[termes liés]
bewegen, verhangen, verleggen, verplaatsen, verroeren, verschuiven, verzetten[Hyper.]
friseerijzer, friseertang, haarkruller, haarroller, krulijzer, kruller, krulpen, krulspeld, krultang, ondulatietang, papillot, roller - sleutel - axial motion, axial rotation, roll (en) - winder (en)[Dérivé]
afrollen, afwikkelen, afwinden, loswikkelen, loswinden, ontrollen, openrollen, uitrollen[Ant.]
Contenido de sensagent
computado en 0,016s