Publicitad R▼
striemen
gieten, hozen, kletteren, pijpenstelen regenen, pijpestelen regenen, plasregenen, plensregenen, plenzen, regenen dat het giet, sausen, slaan, slagregenen, snijden, storten, stortregenen, zeiken (informeel)
striemen (v.)
afdrogen, aframmelen, afranselen, afrossen, aftroeven, aftuigen, erop inhakken, geselen, inpeperen, kerven, ranselen, zwepen
Publicidad ▼
Ver también
striemen (v.)
striemen
pleuvoir fort et beaucoup (fr)[Classe]
striemen (v.)
donner un, des coup(s) de fouet (fr)[Classe]
inciter à être plus rapide (fr)[Classe...]
striemen (v.)
striemen (v.)
donner un, des coup(s) de fouet (fr)[ClasseHyper.]
supplicier (fr)[Classe...]
afdrogen, aframmelen, afranselen, afrossen, aftroeven, aftuigen, inpeperen, opkloppen[Hyper.]
ongelooide huid[GenV+comp]
geselslag, zweepslag - aframmeling, afranseling, afstraffing, pak rammel, pak slaag, pandoering, slaag - aframmeling, afranseling, een pak rammel, geseling, ranseling - gesel, geselslag, teenslipper, zweep, zweepkoord - strap (en) - whip (en) - switcher, whipper (en) - striem[Dérivé]
striemen (v.)
Publicidad ▼
Wikipedia - ver también
Contenido de sensagent
computado en 0,031s