Publicitad R▼
toegooien (v. trans.)
aanvullen, bekogelen, bijladen, bijvullen, dempen, dichtgooien, dichtklappen, dichtknallen, dichtkwakken, dichtslaan, dichtsmijten, dichtwerpen, gooien, i, inkwakken, navullen, opstoppen, opvullen, plempen, smijten, toeslaan, toeslagen, toesmijten, toewerpen, volgieten, vol maken, volpompen, volschenken, vullen, werpen
Publicidad ▼
Ver también
toegooien (v. tr.)
snel (doen) bewegen[ClasseHyper.]
werpen; toegooien; toewerpen[ClasseHyper.]
toegooien (v. tr.)
fermer une porte (fr)[Classe]
afsluiten, dichtdoen, dichten, dichtmaken, sluiten[Hyper.]
slam (en) - slammer (en)[Dérivé]
toegooien (v. tr.)
faire jaillir, projeter avec force (fr)[Classe...]
(snelheid; gang; gangetje; tempo; vaart; vaartje; rijsnelheid; vaarsnelheid; vlugheid)[Caract.]
(kracht)[Caract.]
(fysica; nat.; natuurfilosofie; natuurwetenschap; fysika), (fysica; fysicus; natuurkundige; natuurwetenschapper)[termes liés]
(atoom; deeltje; partikel; element; chemisch element)[termes liés]
toegooien (v. tr.)
remplir complètement qqch (fr)[Classe]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,047s