Publicitad R▼
vastzetten
arresteren, blokkeren, gevangennemen, inrekenen, investeren, klemmen, klempraten, knijpen, monteren, neerzetten, slaan, vastmaken, verankeren, vergrendelen, verstevigen, zetten
vastzetten (v. trans.)
aanhechten, achter slot en grendel zetten, beleggen, bevestigen, gevangenzetten, gevangen zetten, hechten, in het nauw drijven, investeren, kerkeren, klempraten, kleven, klitten, ophangen, opsluiten, opzetten, pennen, plakken, schoven, uitzetten, vangen, vasthechten, vastkleven, vastleggen, vastmaken, vastplakken, vastpraten, verbinden, vestigen, zetten
Publicidad ▼
Ver también
vastzetten (v. trans.)
↘ adhesie, beleg, belegering, belegging, detentie, geldbelegging, gevangenschap, gijzeling, het investeren, insluiting, investering, krijgsgevangenschap, lus, omsingeling, weer vastbinden, weer vastmaken, wegcontact, wegligging ≠ losmaken
Publicidad ▼
vastzetten (v. tr.)
platleggen; stilleggen[Classe]
assembler des choses (fr)[Classe]
rendre solidaire qqch avec une autre chose (fr)[ClasseHyper.]
aanhangen, aankoppelen, bevestigen, hechten, knopen, vasthechten, vastmaken[Hyper.]
onbeweeglijk[Rendre+Attrib.]
attachment, fastening (en) - bevestigingsmiddel, clip, lijsteklem, lijstenklem, plechtanker, schroefklem, sluiting, spanner, videoclip - competitiedag, iets vasts - kleurechtheid - fastener (en)[Dérivé]
vastraken[Cause]
losmaken[Ant.]
vastzetten (v. tr.)
aanvallen, belagen[Hyper.]
vastzetten (v. tr.)
beleggen[ClasseHyper.]
vastzetten (v. tr.)
vastzetten (v. tr.)
vasthechten[Hyper.]
metselverband, steenverband - bevestigingsmiddel, clip, lijsteklem, lijstenklem, plechtanker, schroefklem, sluiting, spanner, videoclip - binding (en) - adhesie, wegcontact, wegligging - plakkertje, sticker - bindmiddel, temper, verdikkingsmiddel - klevend, plakkend - adherent (en) - bondable (en)[Dérivé]
klemmen, kleven, klitten, plakken, vastklampen, vastklemmen[Domaine]
vastzetten (v. tr.)
mettre qqn en prison (fr)[Classe]
gevangenhouden[Hyper.]
inverzekeringstelling, voorarrest, voorlopige hechtenis - celstraf, detentie, gevangenhouding, gevangenisstraf, gevangenneming, gevangenschap, gijzeling, hechtenis, internering, opsluiting, vrijheidsstraf - gevangenneming, gevangenschap - gevangenis, rasphuis - cipier, custos, doelman, doelverdediger, doelwachter, gevangenbewaarder, gevangenbewaarster, goalie, goalkeeper, keeper, kiep, oppasser, roeper, sluitpost, steekwoord - detentie, gevangenschap, gijzeling, krijgsgevangenschap[Dérivé]
deponeren, doen, leggen, neerleggen, neerzetten, opstellen, poseren, steken, stoppen, zetten[Analogie]
Contenido de sensagent
computado en 0,031s