Publicitad R▼
verachten
verachten (v.)
afkeuren, afvriezen, beneden zich achten, depreciëren, desapproberen, desavoueren, diskwalificeren, geringschatten, haten, kotsen, minachten, neerkijken, neerzien, smalen, spugen, verafschuwen, verfoeien, versmaden
Publicidad ▼
Ver también
verachten (v.)
↘ dédain, gemeen, geringschatting, minachting, sjofel, verachting ≠ geven, hechten, houden, houden van, zijn
verachten (v.)
afslaan, bedanken, ontzeggen, refuseren, verdommen, verdraaien, verrekken, vertikken, weigeren[Hyper.]
nonacceptance, turndown (en) - afgekeurd voorwerp - scorner, sneerer (en) - spurner (en) - rejective (en)[Dérivé]
afschieten, afstoten, afwijzen, weigeren - refuse, reject, turn away, turn down (en)[Domaine]
verachten (v.)
considérer avec mépris (fr)[Classe]
verachten (v.)
détester (fr)[Classe]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,047s