Publicitad R▼
vergaand (adv./adj.)
breed opgezet, grootscheeps, groots opgezet, overweldigend, radicaal, radikaal, verreikend, verstrekkend
vergaan
afsterven, creperen, rotten, slijten, sterven, verdwijnen, verrekken, verrotten, verstrijken, verteren, voorbijgaan
vergaan (v. intr.)
bezwijken, het begeven, ineenstorten, instorten, invallen, lijden aan, meegeven, opvreten, overgaan, pijn hebben, schranken, uitzakken, verteren, verzakken
Publicidad ▼
Ver también
vergaand (adv./adj.)
↘ breed opgezet, grootscheeps, groots opgezet, radicaal, radikaal
vergaan (v. intr.)
vergaand (adj. et adv.)
vergaan (v.)
vergaan (v. intr.)
vergaan (v. intr.)
neerstorten; neervallen[Classe]
devenir en mauvais état (fr)[Classe...]
se casser (fr)[Classe]
(snelheid; gang; gangetje; tempo; vaart; vaartje; rijsnelheid; vaarsnelheid; vlugheid)[Caract.]
gaan, kenteren, keren, lopen, marcheren, omslaan, veranderen, verlopen, wisselen[Hyper.]
autopech, collaps - verzakking - aanrijding, krach[Dérivé]
abandonneren, afschaffen, afzweren, in de steek laten, laten vallen, loslaten, opgeven, ophouden, opzeggen, prijsgeven, supprimeren, verlaten, weggaan - binnenstormen, uitbarsten in[Domaine]
vergaan (v. intr.)
vergaan (v. intr.)
bestaan, bevinden, steken, uitmaken, verkeren, vormen, zijn, zitten[Hyper.]
sufferance (en) - agonie, doodsangst, doodsstrijd, doodstrijd, lijden, pijniging - lijder, zieke - contusie, kneuswond, kneuzing, kwetsing, kwetsuur, laesie, letsel, trauma, verwonding - kwaad, leed, lijden, pijn, zeer - agonie, doodsangst, doodsstrijd, doodstrijd, hartenpijn, hartepijn, hartzeer, hevig lijden, kwelling, lijden, lijdensweg, martelgang, zieleleed, zielenleed, zielenpijn, zielepijn[Dérivé]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,047s