Publicitad D▼
versessen (adj.)
onwankelbaar, bestendig, kordaat, flink, inflexibel, vastbesloten
versessen () (Gesprächs.)
onzinnig, verzot, gek, krankzinnig, dol, tot over de oren verliefd, verliefd, smoorverliefd, stapelverliefd, dol op, amoureus, weg
versessen sein auf
versessen sein auf (v.) (+ accusatif)
dol zijn op, gek zijn op, tuk zijn op, verslingerd zijn aan, verzot zijn op, weg zijn van
Publicidad ▼
Ver también
versessen (adj.)
↘ Beharrlichkeit, beständig, Beständigkeit, Bestimmtheit, Dezidiertheit, Entschiedenheit, Entschlossenheit, Entschlußfreudigkeit, Entschlußkraft, fest, Festigkeit, Forschheit, inflexibel, Stabilität, standhaft, Standhaftigkeit, starr, Starrheit, Unbeirrbarkeit, unbeugsam, Unbeugsamkeit, Unbeugsamkeit, die Unbiegsamkeit, unerschütterlich, unwandelbar
versessen (adj.)
qui a ou manifeste du courage (fr)[Classe]
qui ne peut se modifier (fr)[Classe]
puissant, énergique, en pleine santé (fr)[Classe]
croyance (fr)[termes liés]
(Gewißheit; Sicherheit; Übermut; Wagemut; Vermessenheit)[termes liés]
hors du temps (fr)[Caract.]
volonté (fr)[DomaineCollocation]
versessen (adj. et adv.) [Gesprächs.]
unpraktisch[Similaire]
Gemeinsprache, Umgangssprachausdruck, umgangssprachlicher Ausdruck[Domaine]
versessen (adj. et adv.) [Gesprächs.]
tapfer; gewagt; hochfliegend; keck; kühn[Classe]
de manière inconstante ou capricieuse (fr)[Classe]
manière d'aimer (fr)[Classe...]
versessen (adj. et adv.) [Gesprächs.]
amoureux (fr)[Classe]
Flamme, Liebe, Verliebtheit[Rel.Prop.]
liebend[Similaire]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,047s