Definición y significado de verstrekken

mededelen; meedelen[ClasseHyper.]

sujet (ce qui est soumis à la pensée) (fr)[Classe]

geven; verschenken; wegschenken; weggeven[ClasseHyper.]

information (fr)[DomaineCollocation]

waarschuwen, zeggen[Hyper.]

conveyance, impartation, imparting (en) - giving (en)[Dérivé]

achterlaten, laten, legateren, legeren, nalaten, vermaken - give (en)[Domaine]

aangeven, aanreiken, afdragen, doorgeven, doorgeven aan, geven aan, opbrengen, overbrengen, overgeven aan, overleveren, teruggeven aan, toesteken, verder geven aan[Analogie]

faire passer qqch de soi à qqch ou qqn d'autre (fr)[Classe...]

faire exister en certains lieux (fr)[Classe]

faire exister partout des marchandises (fr)[ClasseHyper.]

delegeren, overboeken, overbrengen, overdragen, overmaken, overschrijven, remitteren, storten[Hyper.]

distributiewezen - distributeur, verdeeldoos[Dérivé]

faire passer qqch de soi à qqch ou qqn d'autre (fr)[Classe...]

munir, donner qqch d'utile (fr)[ClasseHyper.]

geven, meegeven[Hyper.]

aanbod, bevoorrading, energiebron, toelevering, verschaffing, voorziening - fournisseur, leverancier, toeleverancier, toeleveringsbedrijf - energiebron, reserve, voorraad[Dérivé]