Publicitad E▼
verstrijken
verstrijken (v. intr.)
doorkomen, ertussen liggen, omgaan, omkomen, slijten, smeren, spreiden, uitsmeren, uitspreiden, uitstrijken, uitwrijven, verdelen, verglijden, verlopen, verspreiden, vervlieden, vervliegen, vlieden, vliegen, voorbijgaan, voorbijglijden, voortwoekeren, wrijven
Publicidad ▼
Ver también
verstrijken (v. intr.)
≠ bijeengaren, bijeenkrijgen, bijeenrapen, collectioneren, lezen, paren, rapen, samenbrengen, sparen, verenigen, vergaderen
Publicidad ▼
verstrijken (v. intr.)
verstrijken (v. intr.)
Contenido de sensagent
computado en 0,032s