Publicitad E▼
verzenden
verzenden (v.)
afschepen, afzenden, expediëren, gooien, opsturen, opsturen,, rondsturen, rondzenden, sturen, uitzenden, versturen, wegsturen, zenden
verzenden (v. trans.)
afzenden, doen toekomen, expediëren, gooien, op de post doen, opsturen, posten, rondsturen, sturen, toesturen, uitleveren, verschepen, versturen, wegsturen
Publicidad ▼
Ver también
verzenden (v. trans.)
↘ aflader, afz., afzender, afzendster, bevrachter, consignant, expediënt, expediteur, expeditie, verlader, versturing, verzender, verzending
Publicidad ▼
verzenden (v.)
verzenden (v.)
verladen[Hyper.]
het wegsturen, uitzenden - communiqué - dispatcher (en)[Dérivé]
verzenden (v. tr.)
envoyer par la poste (fr)[Classe]
verzenden (v. tr.)
transfer (en)[Hyper.]
inzending, sturen, zending - bon voyage, farewell, send-off (en)[Dérivé]
Contenido de sensagent
computado en 0,031s