Publicitad R▼
verzuipen (v.)
afdrinken, omkomen, overstemmen, overstromen, overvoeren, stikken, verdrinken
verzuipen (v. intr.) (gemeenzaam)
verzuipen (v. trans.) (gemeenzaam)
Publicidad ▼
Ver también
verzuipen (v. trans.)
verzuipen (v. intr.)
Publicidad ▼
verzuipen (v.)
verzuipen (v.)
verzuipen (v.)
verzuipen (v. intr.) [gemeenzaam]
se noyer (fr)[Classe]
cesser d'être, d'exister (fr)[Classe]
verzuipen (v. tr.) [gemeenzaam]
Contenido de sensagent
computado en 0,015s