Publicitad R▼
⇨ definición de zegen (Wikipedia)
zegen
zegen (n.m.)
aantekening, adhesie, agreatie, benedictie, benediktie, bevestiging, bijval, fiat, goedkeuring, goedvinden, heilwens, instemming, inzegening, sympathie, zegenbede, zegening, zegenwens
zegenen
begunstigen, bewieroken, consacreren, inwijden, loven, prijzen, wijden
zegenen (v. trans.)
aanbevelen, aanprijzen, begunstigen, bevoordelen, bevoorrechten, consacreren, consecreren, favoriseren, heiligen, konsakreren, loven, matsen, prijzen, privilegiëren, recommanderen, roemen, sacraliseren, sacreren, sanctificeren, sanctifiëren, voortrekken, wijden
Publicidad ▼
Ver también
zegen (n.m.)
↘ bevestigend, goedkeurend, instemmend ↗ accoord gaan met, akkoord gaan met, ergens achter staan, goedkeuren, goedvinden, zegenen, zijn goedkeuring geven aan ≠ afkeuring, misprijzen, reprobatie
zegen (adj.)
↗ benedictie, benediktie, heilwens, inzegening, zegenbede, zegening, zegenwens
zegenen (v. trans.)
↘ benedictie, benediktie, consecratie, heiliging, heilwens, inzegening, konsekratie, sanctificatie, wijding, zegen, zegenbede, zegening, zegenwens ≠ aanmerken, aanmerkingen maken op, afkeuren, becritiseren, bekritiseren, bekritizeren, beoordelen, een vloek uitspreken over, hekelen, kritiek hewbben op, kritiek leveren op, kritiseren, recenseren, terechtwijzen, uitvloeken, verdoemen, vervloeken, verwensen
⇨ Aäronitische zegen • De zegen Gods door Waterloo • Op hoop van zegen • Op hoop van zegen (1918) • Op hoop van zegen (1924) • Op hoop van zegen (1934) • Op hoop van zegen (1986) • Op hoop van zegen (musical) • Op hoop van zegen (toneelstuk)
Publicidad ▼
zegen (adj.)
zegen (m. s.)
zegen (m. s.)
zalving[Classe]
sacrement de la messe (fr)[Classe]
benediktie; inzegening; zegen; benedictie[ClasseHyper.]
acte au cours d'une liturgie (fr)[DomaineCollocation]
adres, gebed, handtekeningenactie, rekest, rekwest, verzoek, verzoekschrift[Hyper.]
zegenen[Nominalisation]
zegen (m. s.)
bede, gebed, smeking[Hyper.]
zegenen[Dérivé]
zegen (m. s.)
zegenen (v. tr.)
zegenen[ClasseHyper.]
doen, inzamelen, opbrengen, ophalen, voortoveren, wekken - loven, prijzen[Hyper.]
benedictie, heilwens, zegen, zegenbede, zegening, zegenwens - benedictie, benediktie, heilwens, inzegening, zegen, zegenbede, zegening, zegenwens[Dérivé]
een vloek uitspreken over, uitvloeken, verdoemen, vervloeken, verwensen[Ant.]
zegenen (v. tr.)
zegenen (v. tr.)
déclarer saint (fr)[Classe]
culte des saints (fr)[termes liés]
zegenen (v. tr.)
bevorderen, promotie maken, promoveren, wegpromoveren[Hyper.]
preferment (en) - gunst[Dérivé]
zegenen (v. tr.)
Contenido de sensagent
computado en 0,530s