Publicitad R▼
zwenken (v.)
afglijden, falen, glibberen, glijden, glippen, laten glijden, onderuitglijden, slippen, uitglijden, wegglijden
Publicidad ▼
zwenken (v.)
zwenken (v.)
déraper (fr)[Classe]
scheren[Hyper.]
om een spil draaien[Classe]
slider (en) - glijdende beweging, - laadbord, slip, staartsteun - glijbaan, schuifaf, tobogan - slide (en)[Dérivé]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,032s