Publicitad R▼
⇨ definición de succes (Wikipedia)
succes (n.)
boffer, bofkont, bollebof, gelukkige, geluksvogel, gelukzak, goudvink, mazzelaar, mazzelkont, welslagen
succes (n. neu.)
succes! (int.)
toi-toi-toi!, veel geluk!, veel succes!, veel succes toegewenst!
Publicidad ▼
Ver también
succes (n.)
≠ kneus, kneusje, mislukkeling, mislukking, uitvaller, zwakkere
⇨ een groot succes behalen • er een succes van maken • geen succes hebben • geweldig succes • met veel succes • succes hebben • succes hebben bij • veel geluk! succes! • veel succes toegewenst! • veel succes! • zonder succes
⇨ De Kameleon heeft succes • Kritieke Succes Factoren • Soera Het Succes • Succes (film) • Succes (motorfiets) • Succes (schip) • Succes (stoomschip) • Succes (zeilschip) • Succes Verzekerd • Succes Verzekerd (RTL)
Publicidad ▼
succes (n.)
kassucces; voorspoed; topper; sukses; geweldig succes[ClasseHyper.]
victoire (fr)[Classe]
bijval; bijvalsbetuiging; toejuiching; applaus[Classe]
beroemdheid; vermaardheid; befaamdheid; naam; faam; glorie; roem; verm aardheid[Classe]
(schouwburg; theater; toneelkunst; drama; toneel; komedie)[termes liés]
succes (n.)
succes (n.)
aanwinnen, behalen, komen, nemen, verkregen, verkrijgen, verwerven, voorlopen, zegevieren - aanslaan, er doorheen komen, er een succes van maken, erin slagen, gaan, het ver brengen, in het leven slagen, inslaan - komen, toekomen[Dérivé]
kneus, kneusje, mislukkeling, mislukking, uitvaller, zwakkere[Ant.]
succes! (interj.)
Contenido de sensagent
computado en 0,312s