Publicitad R▼
⇨ definición de aanvaarding (Wikipedia)
aanvaarding
aanvaarding (n.f.)
aanname, aannemen, aanvaarden, acceptatie, adoptie, belasten, berusting, bijval, gelatenheid, geloof, lijdzaamheid, op zich nemen, overneming, resignatie, verplichten, weerklank
Publicidad ▼
Ver también
aanvaarding (n.f.)
↗ aannemen, denken, geloven, goed keuren, imagineren, inbeelden, indenken, nagaan, overnemen, postuleren, presumeren, stellen, toedenken, verbeelden, verwachten, vinden, vooropstellen, voorstellen
aanvaarding (v. s.)
aantekening, adhesie, agreatie, bevestiging, bijval, fiat, goedkeuring, goedvinden, instemming, sympathie, zegen - approval, commendation (en)[Hyper.]
goed keuren, overnemen[Nominalisation]
aanvaarden - aanvaarden, accepteren, instemmen, nemen, toestemmen - aannemen, aanvaarden, accepteren - acceptant, acceptive (en)[Dérivé]
aanvaarding (v. s.)
geduld[Classe]
qualité attribuée au philosophe (fr)[ClasseParExt.]
stoïcisme (philosophie) (fr)[termes liés]
aanvaarding (v. s.)
aanvaarding (v. s.)
aanvaarding (v. s.)
aanvaarding (v. s.)
croyance (action ou chose) (fr)[Classe]
aanvaarding (v. s.)
belast zijn met; aansprakelijk zijn voor; verantwoording dragen voor; verantwoordelijk zijn voor[Classe]
take office (en)[Hyper.]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,577s