Publicitad E▼
aanvullen (v.)
aanvullen (v. trans.)
bijladen, bijmaken, bijvullen, completeren, dempen, dichtgooien, kompleteren, navullen, opstoppen, opvullen, plempen, toegooien, vervolledigen, volgieten, vol maken, volpompen, volschenken, vullen
Publicidad ▼
Ver también
Publicidad ▼
aanvullen (v.)
aanvullen (v. tr.)
aanvullen (v. tr.)
aanbouwen, bijdragen, bijhalen, bijzetten, voegen[Hyper.]
toeslag - aanhangsel, accessoire, hulpstuk, hulptoestel, toebehoren - aanvulling, optelling, sommering, supplement[Dérivé]
aanbrengen, aanvoeren, bezorgen, fourneren, helpen aan, schaffen, toereiken, toevoeren, verstrekken, voorzien van - supplement (en)[Domaine]
aanvullen (v. tr.)
remplir complètement qqch (fr)[Classe]
aanvullen (v. tr.)
alcoholiseren, verrijken[Hyper.]
aanvullen (v. tr.)
Contenido de sensagent
computado en 0,047s