Publicitad D▼
Definición y significado de rijkelijk
Sinónimos
rijkelijk (adv./adj.)
copieus, kopieus, kwistig, overvloedig, rijkelijk voorhanden, royaal
Publicidad ▼
Ver también
rijkelijk (adv./adj.)
↘ in overvloed hebben, kwistigheid, kwistig uitgeven, onuitputtelijkheid, overbodig, overvloed, overvloedig aanwezig zijn, overvloedigheid, overvloedig zijn, weelde, weelderigheid, wemelen van ↗ massaal, overvloedig, tierig, uitgebreid, welig ≠ pover, schaars, schamel, schraal
Frases
Publicidad ▼
Diccionario analógico
rijkelijk (adj.)
wijd; breed[Classe]
rijkelijk; overvloedig[Classe]
qualificatif d'un vêtement (fr)[DomaineDescription]
ampleness (en) - ruim - kostbaar, rijk, ruim - adequacy, sufficiency (en)[Dérivé]
karig[Ant.]
rijkelijk (adj. et adv.)
in overvloed[Classe]
rijkelijk (adj. et adv.)
rijkelijk; overvloedig[ClasseHyper.]
qui contient qqch en abondance: riche en (fav.) (fr)[ClasseHyper.]
récolte (fr)[DomainJugement]
qualificatif favorable d'un sol agricole (fr)[DomainJugement]
substance minérale (fr)[DomainJugement]
rijkelijk (adj. et adv.)
qui fait des dépenses excessives (fr)[Classe]
rijkelijk; overvloedig[Classe]
excessif (fr)[ClasseParExt...]
généreux (fr)[Classe]
wasteful (en)[Similaire]
Contenido de sensagent
- definiciones
- sinónimos
- antónimos
- enciclopedia
computado en 1,186s