Publicitad E▼
Definición y significado de treurigheid
Sinónimos
treurigheid
treurigheid (n.)
bedroefdheid, droefenis, droefheid, kommer, leed, pijn, rouw, smart, treurnis, triestheid, verdriet, wee
treurigheid (n.f.)
bedroefdheid, droefenis, droefheid, harteleed, hartenleed, kommer, leed, pijn, rouw, smart, spijt, treurnis, triestheid, verdriet, wee
Publicidad ▼
Ver también
treurigheid (n.f.)
↗ bedroefd, diepbedroefd, droef, droevig, met een gebroken hart, naargeestig, treurig, triest, verdrietig ≠ blijdschap, blijheid, feeststemming, vreugde
treurigheid (n.)
↘ bedroeven, pijnlijk, smarten, verdrieten ↗ treurig, verdrietig
Diccionario analógico
treurigheid (n.)
tristesse (fr)[Classe]
ongelukkigheid, verdriet[Hyper.]
bedroeven, rouwen, treuren - treurig, verdrietig - sorrowful (en)[Dérivé]
treurigheid (v. s.)
tristesse (fr)[Classe]
treurigheid (v. s.)
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
- definiciones
- sinónimos
- antónimos
- enciclopedia
computado en 0,031s