Definición y significado de gieten

bewegen, verhangen, verleggen, verplaatsen, verroeren, verschuiven, verzetten[Hyper.]

lekken, lopen, stromen, uitlopen, uitmonden, uitstromen, uitvloeien, vallen, vervloeien, vlieten, vloeien[Cause]

helpen, veranderen[Hyper.]

nat maken - wetter (en) - klamheid, nattigheid, vocht, vochtigheid[Dérivé]

afdrogen, dehydreren, doen opdrogen, drogen, droogleggen, droogmaken, droogstoken, droogzetten, opdrogen[Ant.]

bereiden[Hyper.]

constitueren, creatie, grondvesting, kreatie, oprichting, schepping, statuten, statuut, stichting, vestigen, vestiging - formation, shaping (en) - form (en) - formation (en) - figuur, gedaante, gestalte, verschijningsvorm, vorm - hersteller, maker - cast, mold, mould, stamp (en)[Dérivé]

bewerken[Domaine]

in een vorm gieten[ClasseHyper.]

aanmaken; vervaardigen; fabriceren; produceren[Classe]

uitsnijden; beeldhouwen[Classe]

mouler (fr)[Classe]

fabriquer du fromage (fr)[DomainRegistre]

bewerken, formeren, vormen[Hyper.]

profilering - gietsel - afgietsel, mal, vorm - afgietsel, het modelleren, het showen - caster (en) - cast, mold, mould, stamp (en) - kneedbaar, plastisch[Dérivé]

lekken, lopen, stromen, uitlopen, uitmonden, uitstromen, uitvloeien, vallen, vervloeien, vlieten, vloeien[Hyper.]

pleuvoir fort et beaucoup (fr)[Classe]

majemen, piesen, pissen, regenen[Hyper.]

bui, hoos, hoosbui, luierbroekje, plasregen, plensbui, plensregen, regen, regenbui, regenval, stortbui, stortregen, waterhoos, watervloed, wolkbreuk, zondvloed[Dérivé]

in een vorm gieten[Classe]

fonte (fr)[termes liés]

aanmaken, creëren, maken, produceren, scheppen, vervaardigen[Hyper.]

smelter, smeltery (en)[Dérivé]

opwarmen, verhitten, verwarmen, warmen[Domaine]

verschenken; uitschenken; inschenken; gieten[ClasseHyper.]

recommencer (fr)[Classe...]

(vergaarbekken; vergaarbak; kom)[termes liés]

(koffie; koffieboon; koffiebes)[termes liés]