Publicitad R▼
onthalen
onthalen (v.)
in ontvangst nemen, krijgen, meekrijgen, onthalen op, ontvangen, presenteren, schenken, strelen, tracteren, tracteren op, trakteren, trakteren op, vergasten, vergasten op
onthalen (v. trans.)
begroeten, inhalen, krijgen, ondervinden, ontvangen, opvangen, recipiëren, verwelkomen, vinden
Publicidad ▼
Ver también
onthalen (n.)
↗ aangenaam bezighouden, afleiden, afleiding bezorgen, amuseren, bekoren, diverteren, entertainen, onderhouden, ontspanning bezorgen, verlustigen, vermaken, vermeien, verstrooien
onthalen (v. trans.)
↘ ontvangst, reactievermogen, verwelkoming ≠ goedendagzeggen, vaarwelzeggen
onthalen (v.)
↘ heling, hoorn, onthaal, ontvangbewijs, ontvanger, ontvangst, ontvangstbewijs, ontvangtoestel, recepis, receptie, reçu
Publicidad ▼
onthalen (n.)
plaisir de la fête (fr)[Classe]
viering; vreugdefeest[Classe]
onthalen (v.)
fournir des aliments (fr)[Classe]
uitnodigen[Classe]
réjouir (fr)[Classe]
satisfaire (fr)[Classe]
offrir (fr)[Classe]
régal (fr)[Dérivé]
onthalen (v.)
recevoir quelqu'un (fr)[Classe]
affilier (fr)[Classe]
onthalen (v. tr.)
invite, receive, take in (en)[Hyper.]
welkomstgroet[Dérivé]
onthalen (v. tr.)
onthalen (v. tr.)
onthalen (v. tr.)
invite, receive, take in (en)[Hyper.]
zien[Domaine]
Contenido de sensagent
computado en 0,531s