Publicitad R▼
openvouwen (v.)
ontvouwen, openschuiven, openslaan, opslaan, spreiden, uitleggen, uitslaan, uitspreiden, uitvouwen
openvouwen (v. trans.)
ontgrendelen, ontsluiten, ontvouwen, opendoen, open doen, openen, openmaken, openzetten, oprekken, rekken, strekken, uiteenvouwen, uitklappen, uitrekken, uitstrekken, uittrekken, uitvouwen
Publicidad ▼
Ver también
openvouwen (v.)
openvouwen (v.)
breken, delgen, losmaken, opheffen, tenietdoen[Hyper.]
opening (en)[Dérivé]
openvouwen (v. tr.)
faire couvrir une surface plus grande à (fr)[Classe]
développer qqch de plié dans toute son extension (fr)[Classe]
allonger (taille) (fr)[Classe]
tendre, étendre qqch (fr)[Classe]
(bobine; spindel; spoel; klos; draadspoel; garenspoel; rol)[termes liés]
travailler le textile (fr)[DomaineCollocation]
openvouwen (v. tr.)
openvouwen (v. tr.)
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,250s