Definición y significado de overeenstemmen

être égal à (fr)[ClasseHyper.]

ressembler (fr)[Classe]

équipollent (fr)[Etre+Attribut]

afwijken, afwijken van, ontlopen, schelen, schelen met, uiteenlopen, verschillen, verschillen van[Ant.]

convenir à qqch ou qqn (fr)[Classe]

réconcilier (fr)[Classe]

arriver à un accord (fr)[Classe]

accorderen, concorderen, congrueren, correleren, corresponderen, kleuren, overeenkomen, overeenkomen met, overeenstemmen, rijmen, sluiten, sporen, stroken, verband houden[Hyper.]

eendracht, eensgezindheid, harmonie, harmonieleer, samenklank[GenV+comp]

accord (en) - concordantie, conformiteit, eendracht, eenparigheid, eensgezindheid, eenstemmigheid, enigheid, harmonie, overeenkomst, overeenstemming, uniformiteit - accordant (en) - accordant, agreeable, concordant, conformable, consonant (en)[Dérivé]

réconcilier (fr)[ClasseParExt.]

faire devenir en accord, mettre d'accord (fr)[Classe]

aansluiten, accorderen, bijvallen, eens zijn met, fiatteren, goedkeuren, goedvinden, het eens zijn met, het eens zijn over, instemmen, meegaan met, onderschrijven, ondersteunen, overeenkomen, sanctioneren, schragen[Devenir+Attrib.]

aangaan; betreffen[Classe]

accorderen, concorderen, congrueren, corresponderen, evenaren, gelijk zijn, overeenkomen, overeenstemmen, rijmen, sluiten, sporen, stroken[Hyper.]

lucifer, luciferstokje, luizenveer, luizeveer, mat, schaakmat, zwavelstokje - overeenkomst - accordant, agreeable, concordant, conformable, consonant (en) - analoge, analoog, bijbehorend, corresponderend, korresponderend, overeenkomend, overeenkomstig[Dérivé]

check, check out (en) - afstemmen, harmoniëren, harmoniëren met, in harmonie brengen, inpassen, kleuren bij, klikken, overeenstemmen, samengaan, samenklinken met[Domaine]

afwijken, niet goed bekomen[Ant.]

geven, meegeven[Hyper.]

concessie, koncessie - grant (en)[Dérivé]

gelegen komen, passen, staan, treffen, van pas komen, verhouden[Hyper.]

meegaandheid, overeenstemming - conformiteit[Dérivé]

afwijken, verschillen[Ant.]