Publicitad R▼
⇨ definición de begin (Wikipedia)
begin
aanvang, aanzet, dageraad, inleiding, kiem, ochtend, oorsprong, opening, prelude, start, vertrek
begin (n.)
aanvang, aanvangstijd, beginperiode, opmaat, vooraan, voorkant
begin (n. neu.)
afkomst, Gen., genese, genesis, kiem, oerbron, ontstaan, ontstaansgeschiedenis, oorsprong, oorspronkelijk, origine, stam, wording, wordingsgeschiedenis, wordingsproces, wortel
begin- (aff.)
beginnen
aanbinden, aanbreken, aan de slag gaan, aangaan, aanknopen, aanpakken, aanspannen, aanstalten maken, aanvangen, aanvatten, ingaan, inzetten, losbarsten, ondernemen, openen, opzetten, op zich nemen, starten, uitbreken
beginnen (v.)
aanbreken, aan de orde stellen, aan het werk gaan, aankaarten, aankondigen, aansnijden, aanvangen, aanzwengelen, beginnen aan, beginnen te, dagen, entameren, gaan in, gewag maken van, inzetten, komen, melding maken van, noemen, openen, opstarten, opwerpen, overgaan tot, reppen over, reppen van, starten, ter sprake brengen, vermelden, verwijzen, vol vuur beginnen aan, zich storten in, zich werpen op, zich zetten aan
Publicidad ▼
Ver también
beginnen (v. trans.)
beginnen (v.)
↘ beginneling, beginner, broekje, creatie, debutant, groene, groentje, leerling, melkmuil, nieuweling, nieuwkomer, novice, vlasbaard ≠ afbouwen, afbreken, afkomen, aflopen, afsluiten, beëindigen, besluiten, een einde maken aan, eindigen, gedaan zijn, gereedkomen, klaarkomen, nokken, ophouden, sluiten, stoppen, termineren, uitgaan, uitscheiden, verijdelen, vervallen, wegvallen
⇨ een begin maken • een begin maken met • in het begin • van het allereerste begin af • van het begin tot het einde van • van het tot het einde begin van • vanaf het begin
⇨ beginnen aan • beginnen met • beginnen te • een winkel beginnen • in ernst beginnen met • laten beginnen • met een schone lei beginnen • om te beginnen • opnieuw beginnen • slecht beginnen • van niets beginnen • vol vuur beginnen aan
⇨ Begin Twintig • Benny Begin • Cease to Begin • Een Nieuw Begin • Een nieuw begin • Het Bittere Begin • Het Eind Van Het Begin • Het begin (film) • Het eind van het begin • Het eind van het begin (Het beste van) • Het eind van het begin (album) • Let The Movie Begin (Joy Division) • Menachem Begin • Op weg naar Damascus: het begin van een nieuw leven • Peter Van Den Begin
Publicidad ▼
begin
begin (n.)
oorzaak; bewerker; veroorzaker[Classe]
start; begin[Classe]
begin (n.)
ce qui commence d'être (fr)[Classe]
start; begin[Classe]
punt[Hyper.]
root (en) - originate (en)[Dérivé]
begin (n.)
start[Hyper.]
begin (n.)
begin (n.)
punt[Hyper.]
aan het werk gaan, aanvangen, beginnen, beginnen te, inzetten, openen, opstarten, starten, zich zetten aan - aanvangen, beginnen, opstarten, starten - beginnen - beginnen, openen, overgaan tot - aangaan, aanzetten - aangaan, aankondigen, aftrappen, debuteren, een begin maken, inhuldigen, inleiden, inluiden - aanbreken, aankondigen, beginnen, dagen, komen[Dérivé]
middle (en) - einde, ontknoping[Ant.]
begin (n.)
partie supérieure de quelque chose (fr)[Classe]
face d'un claveau (pierre en coin) (fr)[Classe]
arbre (fr)[DomainDescrip.]
marteau (fr)[DomainDescrip.]
hache (fr)[DomainDescrip.]
gouvernail (fr)[DomainDescrip.]
enclume (fr)[DomainDescrip.]
pavot (fr)[DomainDescrip.]
tête de vis (fr)[DomainDescrip.]
begin- (n.)
brut, sans finesse (choses) (fr)[Classe]
beginnen
beginnen
als eerste doen[Hyper.]
beginnen (v.)
mentionner (fr)[Classe]
beginnen (v.)
aanheffen; aanvangen; beginnen[Classe]
beginnen (v.)
beginnen (v.)
turn (en)[Hyper.]
beginnen (v.)
aborder (un problème) (fr)[Classe]
aanheffen; aanvangen; beginnen[Classe]
beginnen (v.)
aanheffen; aanvangen; beginnen[Classe]
essayer en prenant un risque (fr)[Classe]
faire en sorte de, essayer de Ginf (fr)[Classe]
s'aventurer (fr)[Classe]
beginnen (v.)
beginnen (v.)
beginnen (v.)
beginnen (v.)
commencer, débuter, avoir un commencement (fr)[ClasseHyper.]
beginnen (v.)
beginnen (v.)
aanzet - beginning (en) - start - bedenker, beginneling, beginner, debutant, debutante, geestelijk vader, grondlegger, grondlegster, nieuweling, nieuwkomer, oprichter, oprichtster, peetvader, stichter, stichtster - aanvang, aanvangstijd, begin, beginperiode, opmaat[Dérivé]
aanbreken, aankondigen, beginnen, dagen, komen[Cause]
beginnen[Domaine]
beginnen (v.)
beginnen (v.)
laten, maken, produceren, scheppen, vervaardigen[Hyper.]
inwijding - aanzet - creatie - afkomst, begin, Gen., genese, genesis, ontstaan, ontstaansgeschiedenis, oorsprong, oorspronkelijk, origine, wording, wordingsgeschiedenis, wordingsproces - start - feut, neofiet, neomist, nieuweling, nieuwelinge, noviet, starter - brein, initiatiefnemer, initiator - aanvang, aanvangstijd, begin, beginperiode, opmaat - creatief, kreatief - inleidend[Dérivé]
beginnen (v. tr.)
aanheffen; aanvangen; beginnen[ClasseHyper.]
faire la première partie de qqch, d'une action (fr)[ClasseParExt.]
Contenido de sensagent
computado en 0,125s