Publicitad R▼
⇨ definición de geloof (Wikipedia)
geloven
geloven (v.)
aannemen, aanvaarden, afgaan, betrouwen, bevroeden, bouwen, denken, geloven in, honoreren, huldigen, imagineren, inbeelden, indenken, leunen, menen, nagaan, postuleren, rekenen, stellen, steunen, toedenken, verbeelden, verlaten, vermoeden, vertrouwen, verwachten, vinden, vooropstellen, voorstellen, presumeren (literary)
geloof
belijdenis, geloofsovertuiging, gezindte, godsdienst, kerkgenootschap, overtuiging, religie, vertrouwen
geloof (n. neu.)
aanname, aanvaarding, acceptatie, confessie, credo, erezaak, geloofsbelijdenis, geloofsovertuiging, gewetenszaak, godsdienst, godsdienstig, kloosterleven, religie
Publicidad ▼
Ver también
geloven (v. intr.)
↘ erezaak, geloof, geloofsovertuiging, gewetenszaak, godsdienst, kloosterleven, religie
geloven (v.)
↘ aanvaarding, acceptatie, denkbaar, fiducie, geloof, geloofwaardig, onderstelbaar, vermoedelijk, vertrouwen, waarschijnlijk ≠ afstoten, afvragen, afweren, afwijzen, betwijfelen, bevroeden, niet geloven, niet ontvankelijk verklaren, niet vertrouwen, verdenken, vermoeden, verwerpen, wantrouwen, wegwuiven
geloof (n. neu.)
↗ aannemen, denken, geloven, imagineren, inbeelden, indenken, invloedssfeer, krachtenveld, krachtveld, machtssfeer, nagaan, postuleren, presumeren, stellen, toedenken, verbeelden, verwachten, vinden, vooropstellen, voorstellen ≠ ongeloof, ongelovigheid
⇨ geloven in • iemand op zijn woord geloven • in God geloven • niet geloven • zijn ogen niet geloven • zijn ogen niet kunnen geloven • zijn oren niet geloven • zijn oren niet kunnen geloven
⇨ Bahá'í-geloof en wetenschap • Bahá'í-geloof in Nederland • Berbers geloof • Gebed in het bahá'í-geloof • Geloof en Licht • Geloof en Vrijheid • Geloof in het boeddhisme • Heiden (geloof) • Heilige plaatsen van het bahá'í-geloof in Haifa en West-Galilea • Het is waar, maar geloof het niet • Openbare belijdenis van het geloof • Orde van de Vrede en het Geloof • Orde van het Geloof en de Rede • Orde van het Geloof in Jezus Christus • Verdediger van het Geloof • Woord van Geloof • Zuilen van geloof
Publicidad ▼
geloven (v.)
geloven (v.)
aannemen, aanvaarden, geloven, honoreren[Hyper.]
credo, geloof - gelovige - geloofwaardig[Dérivé]
geloven (v.)
geloven (v.)
geloven, geloven in[Hyper.]
geloofwaardig[Dérivé]
geloven (v.)
tenir pour vrai, croire (fr)[Hyper.]
geloven (v.)
geloven (v.)
tenir pour vrai, croire (fr)[Classe]
anticiperen, vooruitlopen[Hyper.]
supposal, supposition (en) - gissing, giswerk, nattevingerwerk, speculatie, veronderstelling - denkbeeld, gedachte, het denken, idee - convictie, denkbeeld, dunk, gevoelen, gezindheid, het denken, inzicht, opinie, opvatting, overtuiging, standpunt, stellingname - conjectuur, denk, gissing, giswerk, gok, onderstelling, raden, speculatie, vermoeden, veronderstelling - gisser, rader[Dérivé]
geloven (v.)
geloof (n.)
godsdienst; religie; erezaak; geloof; gewetenszaak; kloosterleven; godsdienstig[ClasseHyper.]
culture (en)[Classe]
(goddelijkheid; god), (godgeleerdheid; teologie; theologie)[termes liés]
(gewijd; geheiligde), (sacrament; sakrament)[Caract.]
rite et rituel religieux (fr)[termes liés]
geloof (n.)
croyance (action ou chose) (fr)[Classe]
geloof (n.)
vertu théologale (fr)[Classe]
erezaak; geloof; geloofsovertuiging; gewetenszaak; godsdienst; kloosterleven; religie[ClasseHyper.]
supernatural virtue, theological virtue (en) - credo, geloof[Hyper.]
geloven[Nominalisation]
gelovige - godsdienstig, religieus[Dérivé]
geloof (n.)
croyance (action ou chose) (fr)[Classe]
zekerheid; overmoed; vermetelheid[Classe]
croire (fr)[Nominalisation]
geloof (n.)
croyance (action ou chose) (fr)[Classe]
geloof (n.)
caractère, état, propriété (fr)[Classe...]
croire (fr)[termes liés]
geloof (n.)
Wikipedia - ver también
Contenido de sensagent
computado en 0,842s