Definición y significado de vinden

vinden

aanhouden, aantreffen, achterhalen, arresteren, bedenken, beschouwen als, construeren, denken, gevangennemen, inrekenen, menen, ontdekken, ontmoeten, opbrengen, opduiken, oppakken, opsporen, pakken, stuiten, tegenkomen, terugvinden, treffen, uitdenken, uitknobbelen, uitvissen, verzinnen, zeggen

vinden (v.)

aanmerken, aannemen, aanzien, achten, bemerken, beschouwen, bespeuren, bevinden, denken, geloven, herkennen, houden, imagineren, inbeelden, indenken, inhalen, inzien, krijgen, menen, nagaan, ondervinden, ontdekken, onthalen, ontvangen, oordelen, opmerken, opvangen, postuleren, schatten, stellen, toedenken, tot de ontdekking komen, uitvinden, van mening zijn dat, verbeelden, verwachten, vooropstellen, voorstellen, zeggen, zien, presumeren  (literary)

vinden (v. trans.)

aanlopen, aanrekenen, aantreffen, aanzien, achten, bedenken, brouwen, concipiëren, herkrijgen, hervinden, herwinnen, houden, ontdekken, ontmoeten, ontwerpen, opdiepen, opduikelen, opduiken, plannen, programmeren, smeden, stuiten, tegenkomen, terugkrijgen, terugontvangen, terugvinden, terugwinnen, treffen, uitdenken, uitstippelen, uitvinden, van plan zijn, verslijten, verzinnen, weer bereiken, weervinden