Publicitad E▼
consolideren
consolideren (v. trans.)
aanhouden, bestendigen, blijven, continueren, doorbijten, doordouwen, doorgaan, doorlopen, doorzetten, gecontinueerd, hooghouden, houden, in ere houden, konsolideren, lopen, stabiliseren, standhouden, sterker worden, uitzingen, vereeuwigen, vervolgen, volhouden, voortbouwen, voortduren, voortgaan, voortgezet, voortzetten
Publicidad ▼
Ver también
consolideren (v. trans.)
↘ bestendiging, consolidatie, consolidering, konsolidatie, konsolidering, prolongatie, verlenging ≠ abandonneren, loslaten, neerleggen, oiphouden, opdoeken, opheffen, ophouden, ophouden met, prijsgeven, stoppen met, verlaten, weggaan
consolideren (v. tr.)
aanhouden, behouden, bewaren, bijhouden, gaande houden, handhaven, houden, onderhouden, uitzingen[Hyper.]
verdediger, voorstander - preservation (en)[Dérivé]
continueren, doorlopen, gecontinueerd, vervolgen, voortbouwen, voortgezet, voortzetten - aanhouden, continueren, cultiveren, doorbijten, doordouwen, doordrammen, doordrijven, doorgaan, doorgaan met, doorlopen, doorzetten, houden, lopen, onderhouden, standhouden, verdergaan, verder gaan, volhouden, voortduren, voortgaan met, voortzetten, zo doorgaan[Domaine]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,296s