Definición y significado de LAYING

laying (n.)

leg

lay (adj.)

leek, leken-

lay (n.)

ballade, draairichting, romance

lay (v.)

aanbrengen, plaatsen, installeren, neerleggen, zetten, deponeren, doen, leggen, opstellen, steken, stoppen, neerzetten, poseren, aanleggen

egg laying (n.)

leg

egg-laying mammal (n.)

cloacadier, cloacadieren, vogelbekdier

laying claim (n.)

inbezitneming, toe-eigening, toeëigening

laying on of hands (n.)

handoplegging

laying waste (n.)

ondergang, ravage, strandvonderij

lay a bet (v.)

een weddenschap aangaan

lay a wager (v.)

een weddenschap aangaan

lay aside (v.)

besparen, besparen op, bezuinigen op, ombuigen, opsparen, opzijleggen, sparen, uitsparen, uitwinnen, wegleggen

lay away (v.)

oppotten, opsparen, potten

lay bare (v.)

achterhalen, bespeuren, blootleggen, detecteren  (literary), gadeslaan, merken, ontdekken, opspeuren, opsporen, tot de ontdekking komen, uitvinden, vinden

lay bricks (v.)

metselen

lay brother (n.)

lekebroeder

lay-by (n.)

parkeerplaats langs de weg, parkeerstrook, parkeerterrein, uitwijkhaven

lay claim (v.)

claimen, opeisen, verlangen, vindiceren

lay down (v.)

aanbrengen, afperken, constitueren, installeren, maken, neerleggen, plaatsen, vastleggen

lay down one's tools (v.)

het werk neergooien, het werk neerleggen, het werk platleggen, het werk stilleggen, in staking gaan

lay down the law (v.)

autoritair verkondigen, de wet voorschrijven

lay down the law to (v.)

autoritair verkondigen, de wet voorschrijven

lay eyes on (v.)

aanschouwen, bekijken, beschouwen, bezien

lay flagstones on (v.)

betegelen

lay hold of (v.)

bemachtigen, in de wacht slepen, innemen, overmeesteren, te pakken krijgen, zich in het bezit stellen van

lay in (v.)

bergen, bewaren, hamsteren, inslaan, instuwen, laten, opbergen, opslaan, stockeren, stouwen, wegbergen, weghangen, wegleggen, wegzetten

lay in stock (v.)

bufferen, in voorraad nemen, opslaan, stockeren  (flamand)

lay into (v.)

binnenvliegen, inbeuken, inhakken, instuiven, invliegen

lay it on (v.)

aanpappen met, slijmen  (gemeenzaam)

lay it on (v.) (colloquial)

aandikken, opkloppen, vergroten

lay it on thick (v.) (colloquial)

aandikken, opkloppen, vergroten

lay o.s. open (v.)

zich blootgeven, zich blootstellen

lay off (n.)

afvloeiing

lay off (v.)

abandonneren, loslaten, neerleggen, opdoeken, opgeven, opheffen, prijsgeven, tijdelijk ontslaan, verlaten

lay-off (n.)

afvloeiing

lay on (v.)

aanbrengen, aanbrengen op, opbrengen, opsmeren, organiseren, overkoepelen, uitgaan

lay on the line (v.)

de kans lopen, op het spel zetten, riskeren, risqueren, wagen

lay one's hands on (v.)

bemachtigen, in de wacht slepen, innemen, overmeesteren, te pakken krijgen, zich in het bezit stellen van

lay out (v.)

aanleggen, lay-outen, opzetten, rangschikken, uitstallen, uitzetten

lay-out (n.)

lay-out, opmaak

lay out on (v.)

besteden aan, spenderen aan, uitgeven aan

lay over (v.)

overnachten, plaatsen bovenop, superproneren

lay paving stones on (v.)

betegelen

lay siege to (v.)

belagen, belegeren, bestoken, bestormen

lay the base (v.)

de fundering leggen

lay the foundation (v.)

de fundering leggen

lay the foundations (v.)

de fundering leggen

lay the table (v.)

de tafel dekken

lay to rest (v.)

begraven  (corps), bijzetten, ter ruste leggen, uitdragen

lay up (v.)

besparen, besparen op, bezuinigen op, bufferen, inslaan, in voorraad nemen, ombuigen, opleggen, opslaan, opsparen, opzijleggen, sparen, stockeren  (flamand), uitsparen, uitwinnen, wegleggen

lay-up (n.)

lay up, lay-up

lay waste (v.)

verwoesten

lay waste to (v.)

verwoesten

page lay-out (n.)

lay-out, opmaak