Publicitad E▼
⇨ definición de donderen (Wikipedia)
donderen
dreunen, gooien, keilen, klooien, knallen, kwakken, mieteren, rommelen, smijten, werpen, zaniken, zeuren
donderen (v.)
bliksemen, bowlen, dreunen, flikkeren, gooien, jenzen, kegelen, keilen, kieperen, knikkeren, kogelen, kukelen, kwakken, lazeren, mieteren, mikken, overdonderen, pitchen, plompen, razen, smijten, werpen, zwiepen
donderen (v. intr.)
afdalen, afgaan, beduvelen, bliksemen, dalen, denderen, donderjagen, donderstenen, donderstralen, du(i)veljagen, duvelen, duveljagen, ergeren, etteren, flikkeren, gallen, hinderen, irriteren, kletteren, klieren, klooien, kloothannesen, kloten, kukelen, lastig vallen, lazeren, lazerstralen, mieteren, neerkletteren, onweren, op de heupen werken, pesten, plagen, ploffen, rotzooien, sodemieteren, storen, stoten, vallen, vervelen, zakken
Publicidad ▼
Ver también
donderen (v. intr.)
↘ donderend ↗ lastig ≠ klimmen, met rust laten, met vrede laten, omhooggaan, omhoogkomen, opgaan, opkomen, optrekken, opvaren, stijgen
donderen (v.)
donderen (v.)
aandrijven, bewegen, stuwen, voortbewegen[Hyper.]
gooi, worp - thrower (en)[Dérivé]
donderen (v.)
produire un son vibré (fr)[Classe]
donderen (v. intr.)
faire un bruit de tonnerre (fr)[Classe]
(kanon)[termes liés]
donderen (v. intr.)
donderen (v. intr.)
être importun (fr)[Classe]
ergeren, veronaangenamen, verzuren[Hyper.]
lastig[Etre+Attribut]
ergernis, irritatie - apenstreek, apestreek, baldadigheid, kattekwaad, kattenkwaad, kwajongensstreek, ondeugendheid, schelmenstreek - verergering - chagrijn, sacherijn - irritant, thorn (en) - driftbui, irritatie, piqué - plaaggeest - irritatie[Dérivé]
chafe (en)[Domaine]
donderen (v. intr.)
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,032s